Een beetje koorts, een klein geluk in de tropen

Een beetje koorts, een klein geluk in de tropen.

Een gewone winterdag in Phon Phisai, twee dagen voor mijn verjaardag. Ik sta op en voel een kleed van koud zweet over me hangen. Het is acht uur, twee uren later dan gewoonlijk. Ik open het slaapkamerraam omdat het koud aanvoelt, gevoed door de kille rivierwind uit Laos. Door de opening stroomt de eerste zucht zonnewarmte, weerkaatst door de 30 meter hoge chedi.

Sinds een paar maanden staat een reus van een Boeddha, nog zes meter hoger, massief en hardnekkig te pronken in de nieuwste UV veilige hoogglans. Gelukkig staat ie met zijn rug naar me toe, want ik ben bang dat deze hoogtechnologische lichtstralen in mijn duistere binnenste kunnen kijken, als een religieuze röntgen.

Trager dan gewoonlijk slurp ik van de Senseo, die smakeloos wegslikt, een beetje zoals de jongeling, die zijn onschuld verliest na de eerste verleiding. Ik heb geen zin om het wereldnieuws van voorbije nacht te lezen, het repeterende getwitter zou teveel beuken tussen mijn koortsige oren.

Op het nachtkastje ligt een postpakket uit Europa: goed idee om mijzelf een paar dagen onder te dompelen in voorbije jaren? Het bovenste boek in de doos is “Platform” van Michel Houellebecq. Het citaat van Honore de Balzac op het voorblad is meesterlijk: “Hoe verachtelijker zijn leven is, hoe meer de mens eraan hecht; het is dan een protest, een gedurige wraakoefening.” Dat moet wel satire zijn, mijn leven is niet verachtelijk, hooguit een beetje saai, maar met mooie momenten van verrukking, verbazing en ondeugd...en ik hecht eraan.

De zon stijgt, mijn goesting om te lezen neemt toe. Klein geluk in de tropen...

Phon Phisai, 16 januari 2012