La vie en rose / Edith Piaf

La vie en rose / Edith Piaf / Intro voor een luisterlied.

Geboren als dochter van een Italiaans-Berberse kroegzangeres en een Franse acrobaat. Door grootmoeder opgevoed in een Normandisch bordeel. Straatzangeres op haar zestiende. Moeder op haar zeventiende. Ontdekt door de eigenaar van het Parijse circus Medrano, toen ze net twintig was. Een jaar later was ze nachtclubzangeres. Toen haar werkgever direct daarna vermoord werd, kreeg ze het in haar schoenen geschoven.

Ze genoot van veel bijzondere vriendschappen met Parijse kunstenaars. Vanaf 1940 zat de concertzaal vol Duitse soldaten en vertolkte ze glansrollen over de hele wereld. Na de oorlog was ze de minnares van de Algerijns-Franse bokser Marcel Cerdan, die onderweg naar een wedstrijd in New York neerstortte op de Azoren. Ze was gebroken na de dood van haar verboden liefde, maar huwde daarna tweemaal. Eerst met de zanger Jacques Pills en daarna met Theo Sarapo, een Grieks-Parijse kapper. Edith was zo verrukt over de 20 jaar jongere mooie jongeman, dat ze zanglessen voor hem betaalde en met hem trouwde in de Orthodoxe kerk van Parijs.

Tijdens een maandenlange gedwongen rust in hun villa in Cap Ferrat aan de Franse Riviera, viel Edith ten prooi aan haar leverkwaal. Theo liet haar lichaam met een ambulance overbrengen naar haar huis in Parijs. Na een lange rouwperiode ging Theo weer zingen om de berg schulden van Edith af te betalen.

Dit is de levensstijl waardoor je zulke hartverscheurende ballades op de planken kan brengen. Edith Piaf schreef La vie en rose in 1946 voor haar minnaar.

“Wanneer hij me in zijn armen neemt en zachtjes fluistert
Dan zie ik het leven door een roze bril.

Hij zegt me liefdeswoordjes en die alledaagse woordjes doen me iets.
Hij is in mijn hart binnengedrongen, als een portie geluk waarvan ik de oorzaak ken.”

Phon Phisai 28 06 2012
RdS