Hij is geboren in een familie van Italiaanse joden , die op Korfoe woonde. Zijn ouders verhuisden naar Alexandrië, waar ze een boekhandel openden. Thuis spraken ze Italiaans. De kinderen spraken Arabisch op straat. Maar Georges en zijn zussen werden naar de Franse School gestuurd, waar de kinderen met elkaar behalve Frans, ook Grieks, Italiaans, Armeens, Engels en Maltees spraken.
Toen hij 17 werd kreeg hij toestemming van zijn ouders om in Parijs te gaan leven. Hij werd er boekverkoper. Een jaar later ontmoet hij Georges Brassens in een cabaret: het heeft zijn leven een andere wending gegeven. Al dan niet met zijn gitaar onder de arm ontmoet hij alle belangrijke sterren en schrijft chansons voor onder andere Dalida, Francoise Hardy, Barbara, France Gall en Yves Montand.
Het onvergetelijke Milord schreef hij in 1959 voor Edith Piaf, toen ze zijn vriendin was. Milord werd, tijdens de zestiger jaren, in Nederland en Vlaanderen vaak gezongen door Corrie Brokken.
Ze bedrijft niet de liefde, ze houdt echt van je Ze loopt niet, maar ze danst Ze praat niet , maar ze zingt
Ze verleent je geen gunst, maar ze offert zich op Ze huilt niet, maar ze lijdt Ze droomt niet, maar ze zweeft
Ze doet niet alsof ze leeft, ze vraagt niks, maar ze neemt. Ze huilt niet, maar ze lijdt Ze droomt niet, maar ze zweeft.
Omdat we morgen gaan trouwen, laten we hetzelfde liedje leren. Omdat morgen het leven begint, zeg me wat we zullen zingen.
De liefde zal ons levenslied doen wiegen, dat we samen zullen zingen. De liefde zal, zo jij het wilt mijn lief, de nederige smid zijn van ons leven. We zullen onze ogen dwingen om niets anders te zien dan het mooie in elk voorwerp. We zullen onze ogen dwingen om hoopvol voor ons twee te zijn, we zullen ze een een roos schenken.
Omdat we morgen gaan trouwen, laten we hetzelfde liedje leren. Omdat morgen het leven begint, vertel me waarheen we zullen gaan.
We zullen de poorten naar het Oosten door onze glimlach doen opengaan. We zullen afdwingen dat de glimlach der mensen, hun verzuchtingen doet vergeten.
Omdat we morgen trouwen, laten we de deuren openen voor deze liedjes. Omdat we morgen trouwen, laten we hetzelfde liedje leren.
Ik weet niet waarom de regen van de dakpannen afstroomt, waarom de zware donkere wolken onze contreien opzoeken. Ik weet niet waarom de wind zich tijdens heldere ochtenden vermaakt door de lach van de kinderen en het gebeier van de klokken rond te strooien.
REFREIN Daarover weet ik helemaal niets, maar ik weet wel dat ik nog steeds van je hou.
Ik weet niet waarom de route me naar de stad leidt met kille dwaalsporen van populier naar populier. Ik weet niet waarom de sluier van ijzige mist, die me begeleidt, me doet denken aan kathedralen waar voor dode liefdes wordt gebeden.
REFREIN
Ik weet niet waarom de stad zijn vestingswallen opent om mij breekbaar tussen haar geliefden te laten glijden in de regen. Ik weet niet waarom deze lieden om beter mijn nederlaag te aanschouwen om beter mijn begrafenis te kunnen volgen hun neuzen tegen de ramen drukken.
REFREIN
Ik weet niet waarom deze straten zich een voor een voor me openen, maagdelijk koud en kil en naakt. Niets anders dan mijn stappen en geen maan. Ik weet niet waarom de nacht, me bespelend als een gitaar, mij dwingt om hier voor dit station te lopen janken.
REFREIN
Ik weet niet om welk uur de droeve trein naar Amsterdam vertrekt, waarin een koppel reist waarvan jij de vrouwelijke helft bent. Ik weet niet naar welke haven vanuit Amsterdam, het grote schip zal varen, dat mijn hart en lichaam verbrijzelt. Onze liefde en mijn toekomst, van dat alles weet ik niets, maar ik weet wel, dat ik nog steeds van je hou.