Zeven jaar later aan de ontbijttafel

Zeven jaar later aan de ontbijttafel.


Bijschrift toevoegen


Zeven jaar geleden tijdens het ontbijt, belde een vriend om mij te melden, dat er slecht nieuws op de radio was. Ik had net mijn allerlaatste werkdag achter de rug en de avond ervoor zes grote stapels in de woonkamer aangericht. Die moesten na de koffie in evenveel koffers gepropt en naar de goederenverzending op Schiphol gereden. De tickets naar Thailand had ik al op de binnenzijde van de voordeur geprikt. De tsunami bracht me niet van de wijs, ik kende de badplaatsen waar de natuur uit zijn voegen aan het barsten was. Ik wist hoe snel het leed vergeten wordt: ik wilde mijn plan doorzetten: liever daar gaan helpen, dan mijn droom te verzaken.

Tijdens vakanties in Pukhet was mij opgevallen, dat veel Thaise jongedames informeerden naar mijn inkomen, prompt gevolgd door de mededeling dat ze geld naar huis moesten sturen. Ik werd geregeld uitgenodigd om de familie in het noordoosten te bezoeken; het bleek in veel gevallen om alleenstaande moeders te gaan, die hun kind (eren) hadden moeten achterlaten bij oma. Hun maandelijkse overschrijving was noodzakelijk om de uitgebreide familie te onderhouden. Soms werd gesuggereerd, dat het erf groot genoeg was om een huisje te bouwen. Dat leek mij geen goed idee, omdat je dan echt in familieverband leeft, dat was ik niet gewend. Een ander bezwaar in deze Isaan dorpen, was het gebrek aan comfort en de afwezigheid van kennis om dat te verhelpen.

In 2003 ontmoette ik One in een winkel van een Portugees, die een succesvol gemengd strandbedrijfje had: internetshop, dameskapper en massagesalon. Na 25 jaar boerderijleven, had ze werkervaring opgedaan in Bangkokse fabrieken en verkoos nu in een kleine stad te gaan wonen, waar je niet alleen werkte om geld te sturen naar zoon en ouders, maar ook om een opleiding te volgen met uitzicht op beter werk. Ik had nog 5 dagen vakantie: we hebben evenveel dagen langs het strand gewandeld en elkaar verhalen verteld over droom en daad, over dag en nacht, over verleden en toekomst.
Toen ik terugvloog naar Amsterdam had ze niet gevraagd om naar de Money Express te gaan, noch om cadeautjes te sturen. Ik had de tijd om na te denken tot aan mijn laatste werkdag, over 50 weken.
Ik volgde het advies van mijn toekomstige buurman-de eigenaar van het BigSnake guesthouse- om bouwgrond te kopen via een advocaat en daarna arbeiders in dienst te nemen om een huis te bouwen. Hij raadde ook aan om als groep in hutten op het bouwterrein wonen. Dat bleek een goede keuze, want in Thailand wordt anders tegen planning aangekeken, dan de westerling gewend is. Ik was blij en opgelucht dat na 3 maanden mijn kleine bungalow (10x11m) gereed was en de hutten werden afgebroken.

Tijdens de enorme overstromingen van het najaar, moest ik terugdenken aan de tsunami en de 6 koffers in mijn appartement op de Amstelveenseweg. Zeven regenseizoenen later, heb ik niet alleen mijn nieuwe land leren kennen, maar ook de worsteling doorstaan om mij aan te passen. “Siam is het land van de glimlach, maar Thailand is het land van de verholen gramschap” zei een expat. Het geeft in elk geval een deel van de tegenstellingen weer, die de argeloze toerist niet waarneemt.

Ik heb zelf het meest last gehad van het laat-maar-waaien gedrag, het ik-weet -van-niks-denken en de stank van de Isaan(=noordoostelijke) voedingsgewoontes.
Maar een goede start is mij ten deel gevallen en heb daardoor geluk gevonden. Ik zal in volgende vertelsels verslag doen van mijn en andermans pogingen om met alles te kunnen glimlachen. Want hoe zalig het leven van de expat ook is, het leven loopt over een pad van rozen en lotussen, soms met doornen, soms met saffraankleurige randjes. Maar ik ben blij dat ik erover mag vertellen.

http://tGenteneeRke.blogspot.com

Nong Khai, 09072012