Mijn doodgewoon Thais straatje aan de Mekong

Mijn straatje is nog geen 300 meter lang, het verbindt de Mekong met de provinciale weg van Nong Khai naar Pak Kaat. Toegegeven, het is een fraai gezicht om de snelstromende rivier, die hier een kilometer breed is, als het ware te zien opstijgen uit het straatbeton, dat lichtjes stijgend, abrupt afbreekt naar de koude diepte. De felle middagzon, doet de overkant-Laos-ineens herleven in de hoofden van de watertoeristen. De meeste bewoners van deze streek-Isaan genoemd-weten dat hun voorouders er geboren zijn.

Ten gerieve van de vissers, zwemmers en bezoekers van het jaarlijkse Naga Fireball Festival, heeft mijn buurman, de abt van de tempel, trappen en terrassen aangelegd: het grootste gedeelte van het jaar kan je 9 groepen van 9 treden zien. Nu zijn er slechts 2 groepen van 9 zichtbaar.

Maar is dit voldoende reden om het watertoerisme in mijn straatje op gang te brengen? Een oude monnik zit op 1 van de zeven terrassen te vertellen, hoe hij vroeger als burger in dienst van het Amerikaanse leger in Laos had gewerkt. Ik zie de ogen van de luisteraars over de andere oever glijden, alsof ze op zoek zijn naar een vorig leven, toen de koningen van Laos nog belangrijk waren.

Ik ken het Thaise woord voor heimwee niet, maar zou de machtige Mekong schepen vol herinnering dragen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten